SV | En hij bracht van daar op de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen der gehangenen. |
WLC | וַיַּ֤עַל מִשָּׁם֙ אֶת־עַצְמֹ֣ות שָׁא֔וּל וְאֶת־עַצְמֹ֖ות יְהֹונָתָ֣ן בְּנֹ֑ו וַיַּ֣אַסְפ֔וּ אֶת־עַצְמֹ֖ות הַמּוּקָעִֽים׃ |
Trans. | wayya‘al miššām ’eṯ-‘aṣəmwōṯ šā’ûl wə’eṯ-‘aṣəmwōṯ yəhwōnāṯān bənwō wayya’asəfû ’eṯ-‘aṣəmwōṯ hammûqā‘îm: |
En hij bracht van daar op de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen der gehangenen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij bracht van daar op de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen der gehangenen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!